Compositie

Eén van de meest elementaire dingen van fotografie is de compositie van de afbeelding, wat er op de afbeelding staat en hoe het is geordend. Een goede foto begint bij een goede compositie.

Compositie is een spel van lijnen, vlakken, vormen en kleuren.

Het betreft veel meer gevoel dan een wiskundige theorie. Er is wel een aantal regels, of liever gezegd, handvatten.

Het gaat er niet om die slaafs na te leven. Maar door er bewust mee om te gaan ontwikkel je je manier van kijken naar wat ziet, wat je vast wilt leggen en laten zien.

Een goede compositie geeft een ‘goed gevoel’, zonder dat het tot in detail verklaard kan worden. Het is een bepaald evenwicht, ons oog en beleving worden op natuurlijke wijze meegenomen.

Een slechte compositie heeft dat niet. We ervaren die als onevenwichtig, uit balans of rommelig. Er is geen duidelijke lijn of het kader klopt niet waardoor de afbeelding als het ‘wegloopt’ of wordt ‘ingeklemd’.

Ondanks dat ‘gevoel’ de essentie is, zijn er regels, of meer handvatten, omtrent het bepalen van een compositie. De meest gehanteerde regel is de zogenaamde ‘gulden snede’ of de regel van derden (verhouding 2:3). Klinkt deftig, maar niemand legt een lineaal op een foto om de compositie te bepalen. Het is dan ook beter om een aantal aandachtspunten in de gaten te houden dan regels te hanteren. Dergelijke aandachtspunten kun je als het ware evalueren, niet zo zozeer op fixeren of construeren. Uiteindelijk is het de beleving van de kijker die telt, niet de set van toegepaste regels. 

Punten van aandacht zijn met name:

  • Het kader of de uitsnede, de vlakverdeling, hoe is ruimte naast een object verdeeld;
  • Keuze van brandpuntsafstand en opnamepositie;
  • De positie van de horizon;
  • Richting en samenhang van (opvallende) lijnen (statisch vs. dynamisch);
  • Repeterende lijn of patroon;
  • Symmetrie, schaduw en reflecties;
  • De voorgrond, achtergrond, perspectief, diepte en  scherptediepte.

Nog enkele punten van aandacht:

  • Volgen van ‘verdeling in derden’, gulden snede of juist in het midden;
  • ‘Zwaartepunt’, het onderscheiden van ‘zware’ delen en ‘vlakvulling’;
  • Inkaderen of doorkijk;
  • Impliciete geomtrische vormen;
  • Eenvoudig en gericht versus druk en breed;
  • De plaats van een persoon en de richting waarheen die kijkt;
  • De functie van onderdelen;
  • verstorende elementen (vermijden, vervagen of verwijderen).

Bij het evalueren van al deze aandachtspunten in de praktijk kan het helpen om in de je camera (zoeker of scherm) de 2:3 hulplijnen te tonen. Ook in Lightroom worden dergelijke hulplijnen getoond zodra je gaat bijsnijden.

Realiseer je wel dat er allerlij redenen zijn om af te wijken van een soort standaard. Dat komt met name voor bij sterke symmetrie, opvallende lijnen, relatief ‘zware’ onderdelen of dingen die er niet zo toe doen. Het gaat vooral om een bewuste afweging van dit soort punten. Kortom, je oog, je gevoel is uiteindelijk bepalend. Deze punten helpen je bij het maken van meer bewuste keuzes en daarmee betere foto’s.