Telelens

Een telelens functioneert als een verrekijker op je camera. Dingen in de verte haal je dichtbij. Daarmee wordt tegelijkertijd de beeldhoek kleiner. Je ziet dus minder van het beeldveld om je heen.

Ook het perspectief verandert: het wordt als het ware in elkaar gedrukt. Het beeld wordt ‘voller’, verschillende objecten komen dichter bij elkaar. Soms is dit een reden om verder weg te gaan staan van het onderwerp en een telelens te gebruiken voor de opname.

In het algemeen geldt dat naarmate de vergroting sterker is (de brandpuntsafstand langer) het maximale diafragma kleiner wordt. Dat is vooral vervelend omdat een langere brandpuntsafstand eerder bewegingsonscherpte geeft, daarom een kortere sluitingstijd vergt en dus eigenlijk een groter diafragma. Dergelijke lenzen worden niet gemaakt omdat ze te groot en te zwaar worden.

Dat betekent dat je bij omstandigheden met weinig licht niet zo goed uit de voeten kunt met een telenlens. Het vergt dan een statief om de camera stil te houden bij de vereiste wat lange sluitertijd en het onderwerp mag dan ook niet bewegen. Een andere optie die je dan nog hebt is de ISO waarde verhogen en wat meer ruis in de opname te accepteren.

Nog een aspect van lange brandpuntsafstanden is de invloed van de atmosfeer. Vaak zie je dat de opname wat nevelig lijkt en blauwig van kleur. Vooral als het een beetje heiig is. Een onderwerp in de verte wordt dan al gauw wazig. Bij het nabewerken kun je dit nog wel verbeteren met een ‘de-haze’ functie.

Sterke telelenzen worden vooral gebruik bij het vastleggen van sportwedstrijden en door natuurliefhebbers die vogels fotograferen.

 

Matige telelenzen (80 – 135 mm) worden vaak gebruikt bij portretfotografie. De reden daarvoor is de samentrekkende eigenschap van het perspectief. De onderlingen afstanden van het gezicht tot de fotograaf worden een beetje ‘glad gestreken’. Daardoor oogt een portret milder, warmer en eigenlijk ook natuurlijker.

Dat in tegenstelling tot een portret opname met een groothoek lens, waarbij bijvoorbeeld neus en oren vergroot worden weergegeven. Desondanks kan een portret met een groothoek heel mooi zijn, maar doorgaans zul je zien dat dan niet alleen het hoofd wordt gefotografeerd maar ook een deel van het lichaam.