Groothoeklens

Met een groothoeklens leg je een breder, groter beeld vast op een foto dan je van nature ziet. De beeldhoek is dus groter dan bij een standaardlens, de brandpuntsafstand is juist kleiner.

Naast een grotere beeldhoek verandert ook het perspectief bij een groothoeklens: het lijkt alsof de diepte verder uit elkaar getrokken wordt. Daarom is hij totaal ongeschikt voor een portretfoto op korte afstand. Een volledig persoon gaat wel.

Een andere eigenschap van een groothoeklens is de hoge scherptediepte. Met een flinke groothoek krijg je alles scherp van een paar meter voor je tot in de verte.

Prime-groothoeklenzen hebben vanouds in min of meer gestandaardiseerde brandpuntsafstanden, voor fullframe: mild (35mm), stevig (28 mm) tot vrij extreme waarden (24, 21 en 18 mm). Bij de meest extreme wordt de vervorming steeds meer zichtbaar: rechte lijnen zijn niet echt recht meer, vooral aan de rand van een foto.

De meest extreme groothoeklens is de zogenaamde ‘Fisheye lens’. Deze heeft een (diagonale) beeldhoek van 180 graden en geeft een herkenbare vervorming: met uitzondering van het midden worden alle rechte lijnen flink krom getrokken.