Auteursarchief: Webmaster Fotoclub

Eindeloos Eiland Festival

Zondagavond 2 juli werd ik verrast door het Gele Krantje in de brievenbus: een fotoverslag van EEF, door mij gefotografeerd.

Het laatste weekend van juni was ik regelmatig te vinden op het festival EEF. Eerder had ik bedacht om op eigen initiatief te gaan fotograferen. Voorzien van verschillende camera’s was ik er ongeveer de helft van de tijd op het festival aanwezig.

Vorig jaar ging dat anders, toen had iemand me gevraagd te filmen en fotograferen met een drone. Er was toen iemand die alle fotografie coördineerde. Dit jaar had ik daar niets van gehoord.

Vrijdagavond werd ik toch meteen aangesproken door iemand van de organisatie en wist daarna hoe ik foto’s kon aanleveren. Zondagmorgen stonden de eerste foto’s online in een Google-album, later aangevuld met een korte video.

De eerste opnames maakt ik pas op vrijdag na tien uur, in de schemering. Foto’s met de drone ging nog best goed met de lens open (ISO 120-200, 24mm, f/2.8, ~1/20s). Dit laat ik op de automaat belichten, het is al veel gedoe om te positioneren en niets of niemand te raken.

Daarnaast had ik fullframe bij me, met een 50 mm f/1.2 lens. Bij ISO 800, vrijwel open lens en sluitertijden tot 1/20s ging dat best goed, Maar de beperking van 50 mm bleek toch wel heftig.

Zaterdag overdag, met volle zon een kleine 30 graden, bleek mijn half-frame met zoomlens (24-200 f/4) een stuk handiger. Fotograferen wel wel moeilijk gemaakt door het harde zonlicht in compinatie met schaduw en vreemde kleuren onder de tentzeilen.

Vanwege die hoge contrasten koos ik er ’s avonds en zondag voor om toch fullframe te fotograferen, maar veel minder flexibel met enkele prime lenzen. Kwalitatief zijn die foto’s toch zichtbaar beter, ik denk vooral door het grotere dynamisch bereik van de sensor. Het gebruik van prime lenzen heb ik wel als een een handycap ervaren. Lens wisselen kost best wat tijd en moeite, waarbij het moment van iets zien al voorbij kan zijn voordat ik weer klaar sta.

Uiteindelijk maakte ik veel meer foto’s dan ik eerst van plan was, een kleine 700. Daarvan bleven er 199 over. Die heb ik stuk voor stuk nabewerkt, vrijwel elke foto is aangepast qua belichting, contrast en de uitsnede. Na al die uren sjouwen en computerwerk was ik er toch wel een beetje klaar mee. Maar die publicatie gaf met toch weer een kick…

Willem Blaasse

Al vanaf midden zestiger jaren is fotografie mijn grote hobby. Kort nadat ik was begonnen met fotograferen werd de behoefte om alles te beïnvloeden groot en ging ik zelf ontwikkelen en afdrukken. Begin 2000 maakte ik de overstap van het analoge naar het digitale tijdperk.

Mijn voorkeur gaat uit naar landschaps-fotografie en portretten bij bestaand daglicht. Verder de alom bekende familiekiekjes en vakantie foto’s.

Midden jaren 60 was alles nog analoog en heb ik vele meters film verschoten. Om de kosten te drukken kocht ik rollen kleinbeeldfilm van 30 meter en vulde daarmee dan de cassettes. Kort nadat ik was begonnen met fotograferen werd de behoefte om alles te beïnvloeden groot en ging ik zelf ontwikkelen en afdrukken. Hiervoor was uiteraard een doka nodig met de daarbij horende schalen, tangen en ontwikkeltanks. De eerste doka beginselen leerde ik van een oud-collega van mijn vader. Tegenhouden en doordrukken werd gaandeweg geleerd. De eerste afdrukken waren klein, 6×9 of 10×13, maar gaandeweg werden ze steeds groter: 40×50, 50×60 en 60×70.

Het ging in het begin allemaal op kleinbeeld, 24×36 mm. Landschappen deed ik liever met een 6×6 2-oog camera, dat gaf mooie vergrotingen. Alles wat de moeite was werd vastgelegd, maar niet altijd afgedrukt.

In de loop der jaren heb ik de verschillende analoge camera’s gebruikt

  • Mamya/Sekor en Asahi Pentax, beiden kleinbeeld spiegelreflex camera’s met dezelfde lensvatting, de M42 schroefdraad. Hierbij verschillende lenzen: Mamya/Sekor 55 mm f/1.8, Varexon 35 mm f/2.8, Prestina 35-70 mm f/3.5-5.5 en Flexomat luxe 85-205 mm f/3.8
  • Lubitel II (6×6 twee-oog die na 2 jaar kapot was, kostte toen maar 40 gulden)
  • Yashica Mat 80 mm f/3.5 (6×6 twee-oog).

Toen kwam het digitale tijdperk en gingen we weer helemaal los. Geen films meer kopen en indraaien. Direct zien wat je gedaan had. Prachtig was dat, maar de afdrukken waren op den duur toch wel wat prijzig. Dus ook dan weer zelf gaan afdrukken. En die werden ook steeds groter, zelfs tot het A3+ formaat. Maar ook hier weer niet alles wordt afgedrukt.

Rond 2003, inmiddels 20 jaar geleden, kocht ik mijn eerste digitale camera, een Minolta dImage 7 (5 megapixel, compactcamera, cropfacor ca. 4). Die werd gaandeweg opgevolgd door een Sony A580 (spiegelreflex, APS-C) met 3 lenzen: een korte en een wat langere zoomlens en een prime van 90 mm (ingeruild, geen gegevens beschikbaar).

Momenteel werk ik met een Sony A7III, een fullframe spiegelreflex met lenzen van Tamron (28-75 mm f/2.8 en 70-300 mm f/4.5-6.3) Voor macrofotografie gebruik ik een close-up lens van Nisi.

Ik doe heel weinig aan nabewerking. Ik gebruik PaintShop Pro om zo hier en daar iets weg te poetsen of wat bij te werken (in de achtergrond bijvoorbeeld) en de belichting iets op te halen door het wat lichter of donkerder te maken. Verder het enigszins kroppen van een opname maar niet teveel.

Een opname moet bij mij vanaf het begin goed zijn. Dat is nog iets vanuit het analoge tijdperk, daar kon je ook alleen wat doordrukken of tegen houden bij het afdrukken.